Adres: Hoge Rijndijk, Leiden
Opdrachtgever: RAP



Watertoren

Met de inzending van Peter van Swieten ‘Watertoren op nieuwe voet verder’ won ons bureau de eerste prijs in de architectuurprijsvraag ‘Waterproef’, uitgeschreven door Het RAP architectuurcentrum te Leiden. Doel van deze prijsvraag was om ideeën te verzamelen voor een nieuwe bestemming voor dit markante rijksmonument.

De meest in het oog springende eigenschappen van de watertoren zijn de grote hoogte en het gesloten karakter. De hoogte maakt het vanuit de omgeving een baken terwijl vanuit de toren een prachtig uitzicht op de omgeving mogelijk is, die echter door de geslotenheid onmogelijk wordt gemaakt. De prijsvraag spitste zich dan ook toe op het “open” maken van de toren met behoud van het gesloten karakter.

De Leidse watertoren is een van de eerste torens met een betonnen skelet met een vulling van rode en gele baksteenvlakken. De oplossing is nu gevonden door de metselwerk vlakken te vervangen door “vitrage” van baksteen. Door deze vondst blijft het karakter van de toren grotendeels in stand terwijl van binnen juist het uizicht over de omgeving beleefd kan worden. Net als bij vitrage die van het zicht van buiten naar binnen belemmerd maar van binnen naar buiten juist mogelijk maakt.

Door het aanbrengen van de “vitrage” van baksteen komt de nadruk nog meer te liggen op het betonskelet, het meest unieke monumentale onderdeel van de watertoren. Onder het watervat, bij de verbreding van de toren, is het metselwerk geheel weggelaten waardoor het dragende karakter van het skelet nog beter tot zijn recht komt. De glazen koepel op dit punt laat enerzijds zien hoe het watervat wordt gedragen en levert anderzijds bovendien een fantastische ruimte op. Tenslotte transformeert de toren door de vitrage van baksteen ’s avonds in een stralend baken met licht. Hij wordt zo ook in het donker zichtbaar.

De positie van de toren vlak bij de omhooggaande Hoge Rijndijk bij de brug over het kanaal is verder uitgebuit door het maken van een nieuwe voet voor de toren. Door het talud van de Hoge Rijndijk door te trekken rondom de toren is een entree naar de toren geïntroduceerd vanaf de kade aan het kanaal. Het dak van deze nieuwe entree wordt voorzien van groen als vervanging van het nu om de toren aanwezige groen. Deze voet vormt niet alleen de entree tot de toren maar herbergt ook voorzieningen, als toiletten en opslag, die anders de ruimte in de toren aantasten.

De lift is in de toren ingepast en bederft dus niet als een toegevoegd element de toren. Als vluchtweg uit de bovenste lagen van de toren is een veilig trappenhuis als een slinger door de toren gevlochten. Door de afwijkende moderne vormgeving accentueert deze trap nog verder de vorm van de “oude” watertoren.

Het ontwerp gaat qua bestemming uit van een evenwichtige menging van functies. Als voorbeeld: op de begane grond, eerste en tweede verdieping een kinderdagopvang. Op de daarboven gelegen verdiepingen zogenaamde plug-in werkplekken en op de hoogste verdiepingen een restaurant.

De jury onder leiding van Paul van Meurs (hoogleraar restauratie aan de TU) kende de eerste prijs unaniem aan Peter van Swieten toe. “We zochten naar een ontwerp met een intelligente oplossing voor een sprankelend baken in de stad, en Peter van Swieten is daarin geslaagd”, aldus de juryvoorzitter.